Personeel van de Rotterdamse baggeraar Van Oord is opstand gekomen tegen het coronarooster dat het bedrijf nog steeds eenzijdig oplegt aan bemanningen op schepen. Dat betekent dat ze in Noordwest-Europa zes weken op een schip zitten, in plaats van de gebruikelijke een of twee weken, schrijft De Telegraaf.

Het conflict speelt al bijna een half jaar, zo melden betrokkenen aan de krant. "Toen de coronacrisis uitbrak, had iedereen er begrip voor dat we langer aan boord moesten zitten vanwege de continuïteit van de onderneming. Maar nu is alles ingeregeld, gaat testen en reizen makkelijker. De directie toont echter niet aan wat de noodzaak is om nog steeds vast te houden het schema van zes weken", meldt een personeelslid.

In december is een petitie aangeboden aan de directie, maar dat mocht vooralsnog niet baten. De roosterkwestie treft 500 Nederlandse zeevarenden in dienst bij het concern. Andere baggeraars, zoals Boskalis, zijn wel weer terug naar normale roosters.